Als wij het dragende oppervlak aan de voorkant van het zadel aanzienlijk vergroten zal dit zeker een grote invloed hebben op het welzijn van het paard en zal het paard het ruitergewicht beter kunnen dragen.
Deze oppervlakte vergroting zorgt voor minder gewicht per vierkante centimeter voor in het zadel en zal over de gehele lengte van het zadel het totale gewicht per vierkante centimeter op de paardenrug verlagen.
Omdat door het grotere dragende oppervlak het zadel aan de voorzijde minder over de schoft zakt blijft er meer ruimte tussen de binnenzijde van het zadel en de toppen van de schoftwervels. Hierdoor blijven de harde delen van het zadel verder van deze schoftwervels en andere harde delen van het paard af.
De kans dat harde zadeldelen, harde delen van het paard zoals wervels zullen aanstoten, vooral in de wendingen, zal veel minder zijn. Het aanstoten van een hard deel van het skelet en een hard deel van het zadel is pijnlijk voor het paard. Om deze pijn te vermijden zal het paard de wervels zover mogelijk van de harde delen van het zadel weg houden. Hij zal de wervelkolom minimaal bewegen, vast zetten, wat voor de totale beweging van het schoftgebied negatief is en de bewegingsvrijheid van de voorhand belemmert.
Extra ruimte en hoogte voorin het zadel gemaakt door de Zadelwing zorgt ervoor dat deze bewegingsvrijheid weer terugkomt.
Wij zien veel paarden waarvan de spier kwaliteit niet goed genoeg is om het gewicht van de ruiter te dragen. Deze spieren zijn te week en als het gewicht van de ruiter er op komt zakken deze spieren gemakkelijk in. Zadel zakt weg in deze spiermassa. De ondergrond waar het zadel op moet liggen is niet stevig genoeg.
Er zit een groot verschil in hoogte en de ruimte tussen de binnen zijde van het zadel en de rugwervels als wij het zadel onbelast en belast zien. Belast kan het zadel wel 4 tot 6 cm lager gaan liggen. Met de Zadelwing, die het dragende oppervlak aan de voorzijden aanzienlijk vergroot, zien wij dat het zadel minder diep wegzakt.
Technisch gezien is de gewichtsverdeling over de lengte van de zadelboom niet goed. Het dragende oppervlak aan de voorzijde van de zadelboom is veel kleiner dan die aan de achterzijde. Dat speelt vooral een grote rol als de ruiter teveel voorin het zadel zit of als er veel gewicht op de stijgbeugels komt. Dankzij de Zadelwing wordt deze verhouding verbeterd.
De Zadelwing verdeelt het gewicht beter over de gehele boomlengte, de verhoudingen worden beter.
Het probleem van de traditionele Engelse zadelboom is dat het dragende oppervlak aan de voorzijde van het zadel het kleinst is terwijl de druk, het gewicht van de ruiter door de plaats van de stijgbeugel ophanging en soms ook een singelstoot hier juist erg hoog is. Hierdoor is het gewicht per vierkante centimeter daar ook het hoogst. Zeker als wij licht rijden, als het gewicht van de ruiter teveel voorin het zadel komt door onbalans, voorover vallen of als een paard teveel op de voorhand loopt.
Bij een Engelse zadelboom is het dragende oppervlak aan de achterzijde van het zadel veel groter. Met de Zadelwing wordt het dragende oppervlakte aan de voorzijde vergroot, maar gelijktijdig wordt het gewicht per vierkante centimeter wat het paard voelt over de gehele lengte van het zadel, minder en beter verdeeld.
De roep om een breder kussen-kanaal (kamer), omdat dit voor het paard beter zou zijn creëert een extra probleem. Als men een breder kussen-kanaal maakt, door de zadelkussens meer naar buiten te leggen, dan zal het zadelkussen verder naast de zadelboom gaan liggen.
De gewichtsoverdracht welke via de zadelboom naar het zadelkussen en weer verder naar de rug gaat zal dan over een kleiner oppervlak gedaan moeten worden. Want een groot deel van het dragende zadelkussen ligt naast de boom. Of met andere woorden de zadelboom draagt op een kleiner deel van het zadelkussen.
Om hetzelfde ruitergewicht op de rug over te brengen is er veel minder dragend oppervlak beschikbaar. Dus het gewicht per vierkante centimeter zal groter worden. Dit kan spier en huid problemen geven. Als men een breder kussen-kanaal maakt door het zadelkussens smaller te maken ontstaat er een gelijk probleem. Het dragende oppervlak van het zadelkussen wordt kleiner waardoor ook het gewicht per vierkante centimeter groter zal worden.
Met de Zadelwing vergroot men het dragende oppervlak en gaat men weer terug naar normale of zelfs betere verhoudingen!
We zien steeds meer paarden welke extra ontwikkelde spieren in de overgang schoft en rug hebben. Het gebied waar de monnikskapspier loopt. De zg. ”kipfiletjes”.
Hier zien wij een aantal bewegende spieren over elkaar liggen waarvan de rugspier dan het minst ontwikkeld is. Als het kussenkanaal daar te smal is zal het zadelkussen teveel op deze bewegende spieren drukken wat irritatie en pijn in deze spiergroep kan geven. Wij zien dan aanleuning en bewegingsproblemen van de voorhand ontstaan.
Door het zadel uit te rusten met de Zadelwing krijgen wij meer draagvlak naar de buitenkant van het zadelkussen. De zadelmaker kan met een specifieke zadelvulling onder de Zadelwing meer dragend zadelkussen oppervlak aan de buitenkant van de zadelboom naast deze spiergroep maken.
Hierdoor ontlast men deze spiergroep en zullen deze spieren vrijer kunnen bewegen wat meer bewegingsvrijheid van de hals en voorhand zal geven.
Omdat wij comfortabel, diep in het zadel en dicht bij het paard willen zitten maken de zadelontwerpers de taille, het middelste deel van het zadel, steeds slanker. Hierdoor wordt de boom in het midden ook smaller. Deze smallere boom heeft op deze plaats minder dragend oppervlak. Hij ligt daar niet meer op het kussen. Het kussen ligt naast de zadelboom. Op deze plaats is er geen gewichtsoverdracht naar de paardenrug.
Met de Zadelwing wordt dit probleem voor een deel opgelost.
De Zadelwing is een duurzaam product en gemaakt van recyclebaar materiaal.
De Zadelwing maakt een groter dragend oppervlak aan voorzijde van het zadel. Hierdoor zakt het zadel aan de voorzijde minder diep in de spiermassa van de schoftflanken. Het zadel zal, als er meer gewicht voorin komt, minder veren en stabieler liggen.
De kans op schuurplekken en zwellingen wordt hierdoor met de Zadelwing verkleind.
Een ontwikkeling welke wij de laatste jaren steeds meer zien is dat het erop lijkt dat de rugspier in het schoft gebied t.o.v de andere spieren minder ontwikkeld. Achter blijft in groei en volume en maar dat hij ook in sterkte achterblijft.
Waarom deze rugspier minder ontwikkelt is niet duidelijk. Ook is er nog geen gericht wetenschappelijk onderzoek in deze richting gedaan. Is het een genetisch probleem of moeten wij het zoeken in de manier van rijden en trainen? Is het een voedingsprobleem, wordt er teveel doorgezeten, te weinig gesprongen of buiten gereden? Teveel gedraafd en te weinig gegaloppeerd?
Wat wij wel weten is, dat als zich dit probleem voordoet de Zadelwing extra draagvermogen geeft zodat deze spier minder druk krijgt (100 tot 200% drukvermindering (gewicht per vierkante cm) onder de voorzijde van het zadel) en zich daardoor beter kan ontwikkelen.